Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC22-014 17 maart 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

Inzake : [klager]
Klachtnummer : KC22-014
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 7 maart 2022
Schorsingsverzoek : Gehonoreerd
Hoorzitting : 16 maart 2022
Datum uitspraak : 18 maart 2022

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[verweerder] (verweerder)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[lid 1] (psychiater)  `

[lid 2] (jurist)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

Medicatie

 

Procesverloop

De commissie heeft op 7 maart 2022 een klacht, inclusief schorsingsverzoek, ontvangen over medicatie in het kader van verplichte zorg. Op 9 maart zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht, het schorsingsbesluit en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 14 maart 2022 doorgestuurd naar partijen. Voorafgaand aan de hoorzitting heeft de PVP laten weten dat klager ongeoorloofd afwezig is uit de kliniek en derhalve zijn klager en PVP niet aanwezig bij de hoorzitting.  

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 16 maart 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 21 maart 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.      

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht;

-           Verweerschrift;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 16-7-2021

-           Voorbereiding zorgmachtiging d.d. 29-7-2021;

-           Zorgplan/behandelplan d.d. 19-8-2021;-        

-           Bevindingen GD d.d. 21-8-2021;

-           Zorgkaart d.d. 24-8-2021

-           Medische verklaring d.d. 28-8-2021;

-           Zorgmachtiging d.d. 20-9-2021;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 1-10-2021;

-           Informatiebrief d.d. 11-10-2021;

-           Decursus en rapportage periode 14-1-2022 t/m 13-3-2022;

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 21 maart 2022.

 

Schorsingsverzoek

Het schorsingsverzoek is door de voorzitter van de klachtencommissie, na consultatie van de behandelaar, toegekend. De toediening van dwangmedicatie is hierdoor geschorst tot aan de behandeling van de klacht.

 

Feiten

Klager is een [leeftijd], afkomstig uit [land van herkomst], bekend met een chronisch, recidiverende psychose mogelijk mede veroorzaakt door het gebruik van alcohol en cannabis, slaapdeprivatie en depressieve stoornis.

Op 6 april 2021 is klager bij afdeling [naam] geplaatst. Door herhaalde ongeoorloofde afwezigheid kwam de behandeling niet op gang. Om die reden is een zorgmachtiging aangevraagd, welke door de rechtbank bij beschikking van 20 september 2021 is toegekend tot 20 september 2022. Dwangmedicatie is als onderdeel van de verplichte zorg mogelijk. Klager werd bij het [locatie] te [plaatsnaam] opgenomen en is daarna naar [naam instelling] overgeplaatst. Na een ernstig incident is klager ingesteld op een langwerkend depot antipsychoticum met een significante verbetering van het toestandsbeeld.

Op 14 januari 2022 werd klager vanuit [naam instelling] naar [afdeling] teruggeplaatst. Vervolgens is klager wederom meerdere malen zonder toestemming vertrokken voor korte of langere tijd. Klager is in de nacht van 13 op 14 maart uit de kliniek ontvlucht en is momenteel nog steeds vermist.

 

 

Standpunt van verweerder

Verweerder licht ter zitting toe dat de fout voor de huidige situatie ligt bij de zorginstelling.

In [instelling] ging het redelijk goed met klager. Hij was ingesteld op depotmedicatie en had onbegeleide vrijheden. Begin januari is klager teruggeplaatst naar [afdeling]. De eerste weken ging dat goed. Op 9 februari 2022 heeft klager, als gevolg van een miscommunicatie binnen de instelling, geen depot gehad. Verweerder vernam dit van klager zelf op een veel later moment. Er was toen 6 weken geen depot toegediend en klager gaf aan zich beter te voelen dan met depotmedicatie. Behandelaren kregen evenwel signalen van familieleden van klager dat er sprake was van toenemende verwardheid en klager had bij hen aangegeven dat hij medicatie zou gaan weigeren. Ook verweerder constateerde dat het gedrag van klager veranderde: hij was vaker ongeoorloofd afwezig en was weer middelen gaan gebruiken. De situatie is zorgelijker omdat klager momenteel radicaliserende teksten over [land] op zijn Facebook plaatst.

Verweerder geeft aan dat hij had ingestemd met het schorsingsverzoek van klager, omdat de fout bij de afdeling zelf lag. Hij maakt zich echter ernstige zorgen over de toestand van klager.

In het verleden is klager meerdere keren aangehouden door de politie vanwege agressie. Het is niet bekend bij wie klager logeert als hij ongeoorloofd afwezig is. Klager had aangegeven dat hij geen medicatie wil omdat hij er sloom van wordt. Verweerder heeft de dosering daarom zo laag mogelijk  gehouden.

De voorzitter merkt op dat de informatiebrief voor klager, behorend bij de brief over verplichte zorg (art. 8.9), ontbreekt. Verweerder zegt toe deze nog aan te leveren.  

 

         

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man die nu 5 jaar in Nederland verblijft. Klager is bekend met recidiverende psychosen, alcohol en cannabis gebruik. Uit het dossier blijkt dat klager geen ziekte-inzicht en –besef heeft. Klager is ontsnapt uit de kliniek en is volgens het protocol als vermist opgegeven bij de politie. Hij is niet op de hoorzitting verschenen en zijn PVP heeft zich om die reden afgemeld. Volgens zijn klaagschrift verzet klager zich tegen zijn medicatie, omdat hij er sloom van wordt en zich nu niet ziek voelt.

Verweerder geeft aan dat klager medicatie ontrouw is, waardoor het slecht gaat met hem. Naast zijn uitbraken en vermissingen is klager agressief, zorgmijdend en dakloos. Verweerder geeft aan dat klager geen probleembesef heeft. Na een vermissing van 6 weken is klager zwaar vervuild en in slechte conditie onder protest teruggebracht door de politie. Na diverse uitbraken is het beveiligingsniveau verhoogd naar niveau 4 op de [instelling].

De verplichte medicatie is besproken met klager, de schriftelijke aanzegging is op 20 september 2021 uitgereikt. Verweerder wil toewerken naar een driemaandelijks depot Paliperidon. 

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren.

Uit het dossier blijkt dat klager lijdt aan chronische psychoses en agressief is naar zichzelf en zijn omgeving. Klager is medicatie ontrouw en het depot is verdedigbaar om ernstig nadeel bij klager te voorkomen. Uit het dossier blijkt dat klager meerdere malen is gevlucht. Klager heeft verschillende geweldsincidenten veroorzaakt, een handdoek in de brand gestoken en met metaal een raam ingeslagen om te ontsnappen. Klager heeft in zijn detentie de isolatiecel zwaar vervuild.

 

Verweerder heeft gekeken naar alternatieven, is in gesprek gebleven met klager, heeft gepoogd om met orale medicatie klager te behandelen. Het depot is veilig en een juiste behandelmethode om het ernstig nadeel te beperken. Aan alle vormvereisten is volledig voldaan en ook zijn evaluaties verplichte zorg uitgevoerd.

 

Op basis van bovengenoemde gronden acht de klachtencommissie de klacht ongegrond.

 

Het toegekende schorsingsverzoek, tot aan de hoorzitting, is per die datum ingetrokken.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [locatie], 18 maart 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 4